Mijlpalen van de mobiliteit (1) De uitvinding van het wiel

22.07.2024

Miguel Vertriest schreef voor het vakblad "Verkeersspecialist" de canon van de mobiliteit. Hij neemt je mee langs de negen belangrijkste mijlpalen  van de mobiliteit. De eerste mijlpaal is de uitvinding van het wiel.

Voor het wiel bestond, transporteerden mensen grote en zware voorwerpen door ze op boomstammetjes voort te rollen. Een traag en intensief proces met een heen-en-weergeloop om de boomstammen terug op de goede plek te leggen. Er was ook een effen ondergrond nodig en je moest de boomstammetjes regelmatig vervangen. Het duurde tot ongeveer 4000 voor Christus vooraleer er een betere oplossing werd gevonden.

Je zou denken dat het wiel een van de eerste uitvindingen was, maar het wiel is in feite recenter dan meer complexe uitvindingen zoals landbouw, boten, geweven textiel en aardewerk. Veel van die uitvindingen zijn gebaseerd op fenomenen die we in de natuur zien. In de natuur bestaan er geen voorwerpen die te vergelijken zijn met het wiel en dat zou kunnen verklaren waarom het uitvinden ervan zo lang op zich liet wachten. De eerste wielen (mogelijk in Mesopotamië of in Oost-Europa) werden zelfs helemaal niet gebruikt om voorwerpen te verplaatsen, ze werden wel gebruikt bij het pottenbakken. De pottenbakkersschijf, een draaiende houten cirkel (een doorsnede van een boomstam) met daarin een gat en daarin een houten as, ligt aan de basis van de wielen die we vandaag kennen.

De eerste bewijzen voor wielen die voor transport werden ingezet, vinden we pas terug rond 4000 voor Christus. Historici zijn er wel niet in geslaagd te duiden waar het wiel voor het eerst werd gebruikt als transportmiddel. Afbeeldingen uit die periode vertonen op verschillende locaties voertuigen met twee assen en vier wielen. Rond 3000 voor Christus zouden er al karren, al dan niet voortgetrokken door vee, gebruikt zijn in Centraal-Europa. Vandaag gebruiken we de term ‘kar’ en ‘wagen’ door elkaar, maar eigenlijk was er een verschil: een kar had een laadbak met een as en twee wielen, terwijl een wagen meerdere assen had en vier of meer wielen. Het duurt nog tot 800 voor Christus tot de wendbare vooras wordt uitgevonden, wat eigenlijk een grotere boost was voor het transport per kar dan de uitvinding van het wiel.

Waar een wiel is, komt een weg

Wielen met spaken vinden we pas terug rond 2000 voor Christus. Dat maakte het mogelijk om lichtere en snellere voertuigen te maken. Daarmee werd mobiliteit ook in oorlogsvoering geïntroduceerd: de strijdwagen was geboren. Samen met de opkomst van karren en wagens, werden ook alsmaar meer wegen aangelegd. Als je je afvraagt waarom wielen vroeger veelal groter waren, is de reden simpel: hoe groter het wiel, hoe minder last je had van slechte wegen.

Het mysterie van de kruiwagen

De kruiwagen (een kar met één wiel) wordt zowel aan de oude Grieken (400 voor Christus) toegeschreven als aan de Chinezen (100 na Christus). In Europa werd de kruiwagen pas in de twaalfde eeuw een echt gebruiksvoorwerp. Het duurde ruim een millennium na de uitvinding voordat dat handig hulpmiddel gemeengoed werd. Met alle karren die er rondreden, zou je nochtans denken dat een kruiwagen een logische stap is.

Geen stok meer in de wielen

Vandaag is het wiel niet meer weg te denken. Door de uitvinding van rubberbanden en later luchtbanden werd het vervoer over land heel wat comfortabeler en dat maakte de ontwikkeling van de auto en de fiets mogelijk. Zonder de uitvinding van het wiel waren er geen wind- of watermolens en zonder tandwielen was er geen industrie.