22/03/2017: conclusies onderzoek verplaatsingsgedrag

22.03.2017

Conclusies

Het gebruik van de auto blijft groeien (al is het niet significant t.o.v. OVG4.5). Het kantelpunt is nog niet bereikt, al zien we voor woon-werkverkeer een lichte afname van het autogebruik ten voordele van de fiets.

Recreatief verkeer wordt steeds belangrijker. Nu al staat het op 1, zowel voor aantal verplaatsingen als voor aantal kilometer. Beleidsmatig wordt het steeds belangrijker hierop in te zetten.

Auto- en fietsbezit blijven constant. Het gemiddelde Vlaamse gezin heeft wel dubbel zo veel fietsen (2,33) als auto’s (1,18).

Het aantal verplaatsingen (2,76 per dag) en reistijd (83 minuten per dag) blijven de BREVER-wet bevestigen.

Het aantal verplaatsingen voor ‘winkelen en boodschappen doen’ daalt. Is dat door de opkomst van e-commerce?

Ook voor korte verplaatsingen nemen we vaak de auto (de helft van de verplaatsingen <3 km gebeurt met de auto). Daarnaast is de modal split in onze grootsteden minder autogericht. Kunnen we concluderen dat ‘omgeving’ een belangrijkere factor is dan ‘nabijheid’ voor de moduskeuze?

Vervangt de elektrische fiets de fiets, de bromfiets, de bus of de auto? Vooral in plaats van fiets zou je zeggen op basis van de cijfers. Kanttekening: de elektrische fiets is een nieuwe modus die in vorige OVG’s niet als aparte categorie bestond.

Zowel bromfietsen als motorfietsen blijven krimpen in gebruik, zowel naar verplaatsingen als naar kilometer.

Gedeelde mobiliteit komt voorlopig niet aan bod in het OVG. Een gemiste kans volgens ons.

Vanaf verplaatsingen van meer dan 2,5 km is de auto de belangrijkste modus voor woon-werkverplaatsingen. De gemiddelde woonwerk-afstand van de Vlaming is 17,925 km (en dat is meer dan in onze buurlanden).